Over de kunstenaar
Théophile de Bock (1851 Den Haag - 1904 Haarlem) was als Nederlandse schilder en graficus verbonden aan de Haagse School. Hij begon zijn carrière als klerk bij de Nederlandse Spoorwegen, maar werd ontslagen omdat hij te veel tijd besteedde aan het schilderen en tekenen. Hij ging in Den Haag in de leer bij J.W. van Borselen (1825-1892) en later bij Jan Hendrik Weissenbruch en Jacob Maris.
De Bock was gespecialiseerd in het schilderen van landschappen, met name van bosrijke gebieden en bossen. Toen hij in Parijs (1880-1883) en Barbizon (1878-80) woonde, werd hij beïnvloed door de kunstenaars Corot, Millet en Rousseau. Naast olieverfschilderijen maakte deze kunstenaar van de Haagse school tekeningen, etsen en litho's. In 1881 leverde hij een bijdrage aan het Panorama Mesdag, waarbij hij een aanzienlijk deel van de duinen schilderde. Hij was ook de eerste voorzitter van de Haagsche Kunstkring, een vereniging van jonge progressieve kunstenaars die zich inspande om een tegenwicht te bieden aan de meer gevestigde Pulchri Studio-vereniging.