Over de kunstenaar
Shinkichi Tajiri, een kind van immigranten van de eerste generatie die vanuit Japan naar de VS kwamen, bracht zijn jeugd door in Los Angeles en San Diego. Na de aanval op het Amerikaanse vliegveld in Hawaï in 1941 door het Japanse leger, werd de familie van Tajiri naar het Poston War Relocation Center gestuurd, een interneringskamp in Arizona.
In een combinatie van patriottisme en zijn wens om het kamp te verlaten, meldde Tajiri zich al snel als vrijwilliger voor het leger en sloot zich aan bij het volledig Japanse Amerikaanse regiment, dat later het meest gedecoreerde regiment van zijn omvang in de Amerikaanse militaire geschiedenis werd. Vervolgens volgde hij van 1946 tot 1948 het Chicago Art Institute en werkte hij ook voor de beeldhouwer Isamu Noguchi in New York.
In 1949 verhuisde hij naar Parijs en studeerde bij Ossip Zadkine en Fernand Léger. Tajiri was in de eerste plaats een beeldhouwer, maar maakte ook een aantal bekroonde films, video's, stereo- en panoramafoto's en werken op papier.
Shinkichi Tajiri zag de oorlog als een katalysator om kunstenaar te worden en hij beschouwde zijn beeldtaal als een manier om zijn oorlogservaringen te kristalliseren. De hoofdthema's van zijn werk zijn snelheid, erotiek en geweld in een voortdurende confrontatie met de tragedies van de Tweede Wereldoorlog en de nasleep ervan.
In 1967 en 1968 maakte hij een serie sculpturen getiteld Machines als een vorm van protest tegen het geweld van de oorlog in Vietnam. Machine nr. 7 1967–8 is een sculptuur van staal, aluminium, plexiglas en verchroomd ijzer in de vorm van een hybride van een gevechtsvliegtuig en een kanon, die Tajiri's ervaringen met het oorlogsgeweld belichaamt.