Jan Roeland, geboren in IJsselmuiden op 12 februari 1935 en overleden in Amsterdam op 7 november 2016, was een gerenommeerd Nederlands schilder. Zijn artistieke reis werd gekenmerkt door een unieke benadering van alledaagse voorwerpen, waarbij alledaagse voorwerpen zoals enveloppen, messen, hamers en planten werden omgezet in boeiende onderwerpen van zijn kunst.

Roelands schilderijen, vaak van bescheiden huiskamerformaat, toonden deze objecten in een sterk vereenvoudigde vorm. Hij gebruikte meerdere lagen olieverf, die met zo'n intensiteit werden aangebracht dat er een opvallende geometrische en picturale prominentie uitkwam. Zijn kunst vermengde naadloos figuratieve en abstracte elementen door deze vereenvoudiging en schematisering, vaak doordrenkt met een subtiele, ingetogen humor.

Roeland was niet alleen schilder maar ook pedagoog en bracht zijn kennis over aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Enschede en de Rijksacademie in Amsterdam, zijn thuis sinds 1959.

Zijn evoluerende artistieke uitingen werden tussen 1984 en 1994 veelvuldig tentoongesteld in Galerie Espace in Amsterdam, later bij Galerie Nouvelles Images in Den Haag en Slewe Gallery in Amsterdam. Zijn bijdragen aan de kunstwereld werden erkend met prestigieuze prijzen, waaronder de Jeanne Oosting-prijs in 1981 en de Sandberg-prijs in 1998. Zijn werk werd verder gevierd door middel van monografische publicaties in 1997 en 2007.

Roelands creaties hebben een belangrijk deel uitgemaakt van collecties in verschillende gewaardeerde musea, waaronder het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Rijksmuseum Twenthe in Enschede, het Dordrechts Museum in Dordrecht en het Stedelijk Museum Schiedam in Schiedam.

Een van zijn laatste deelnames aan een tentoonstelling was eind 2016, samen met kunstenaars Armando, Klaas Gubbels en Cherry Duyns in Galerie Christian Ouwens in Rotterdam, wat een passend hoogtepunt vormde van zijn roemruchte carrière.