Barend Cornelis Koekkoek

Biografie
1803 - 1862

Over de kunstenaar

Koekkoek, Barend Cornelis (11 oktober 1803, Middelburg - 5 april 1862, Kleef) was een Nederlandse landschapskunstenaar en vader van Johannes Hermanus Barend Koekkoek.

Barend Cornelis Koekkoek werd tijdens zijn leven bekend als de "Prins der Landschapsschilderkunst" en was veruit de meest bejubelde landschapschilder van zijn tijd en werd beschouwd als de grondlegger van de Nederlandse romantische landschapsschilderkunst. Als ontvanger van eindeloze prijzen en onderscheidingen behoorde hij tot zijn opdrachtgevers koning Friedrich-Wilhelm IV van Pruisen, tsaar Alexander II en koning Willem II van Nederland.

Hij groeide op in een artistieke omgeving. Zijn vader Johannes Hermanus Koekkoek (1778-1851) was een vermaard marineschilder, van wie hij zijn eerste lessen kreeg. Zijn broers Hermanus Koekkoek (1815-1882) en Marinus Adrianus Koekkoek (1807-1868) waren beiden succesvolle kunstenaars, de eerste als schilder van mariene onderwerpen en riviertaferelen, de tweede als landschapschilder. In 1817 schreef hij zich in aan de tekenacademie van Middelburg, waar hij studeerde bij Abraham Krayestein. Na zijn verhuizing naar Amsterdam in 1822 studeerde hij vier jaar aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en in 1824, toen hij 19 jaar oud was, sprak hij zijn ambitie uit om landschapsschilder te worden.

Hij concentreerde zich op uitgestrekte boslandschappen in de zomer en de winter, een thema dat in de vier seizoenenreeksen werd afgetrokken. Net als andere romantische schilders, zoals Caspar David Friedrich, schilderde Koekkoek het motief van kleine figuren binnen imposante, majestueuze natuurlijke omgevingen om de nederige mensheid te contrasteren met de grootsheid van de schepping.

Dit was een populair onderwerp in de Gouden Eeuw, de belangrijkste inspiratiebron voor negentiende-eeuwse kunstenaars. Een verblijf van twee jaar in de landelijke omgeving van Hilversum (1826-1827), waar een kolonie landschaps- en veeschilders was gevestigd, versterkte zijn beslissing. De landschappen die hij in de landelijke omgeving van Hilversum schilderde werden positief ontvangen. In 1829 kende de Amsterdamse vereniging Felix Meritis een van de zomerlandschappen van Koekkoek een gouden medaille toe. In 1833 trouwde hij met Elise Thérèse Daiwaille (1814-81), de dochter van zijn oude leermeester en vriend, meester Jean Augustin Daiwaille, met wie hij vijf dochters had.

Het vlakke Hollandse platteland kon Koekkoek niet lang bevredigen in zijn romantische ziel. Zeker', schreef Koekkoek in 1841 'Ons vaderland kent geen rotsen, watervallen, hoge bergen of romantische dalen. Trotse, sublieme natuur is niet te vinden in ons land'. Met dat in gedachten verhuisde hij in de zomer van 1834 naar de oude hertogelijke hoofdstad van Kleef, Duitsland, waar hij zijn ideale onderwerp vond in de regio van de Ahr, het Ruhrgebied en de Rijn. Al snel vulden grote eikenbomen, kronkelende paden en panoramische uitzichten zijn schilderijen met een kunstzinnige mix van minutieuze details en een sfeervolle sfeer. In Kleef, waar hij de rest van zijn leven zou doorbrengen, schilderde Koekkoek zijn belangrijkste landschappen, variërend van uitgestrekte rivierdalen tot idyllische bosgezichten gedomineerd door een of meer eiken. Hij dramatiseerde zijn bomen vaak als een middel om het palet van de mens in vergelijking met de natuur te benadrukken.

In 1841 had Koekkoek zoveel waardering voor zijn collega-kunstenaars dat hij besloot een lesboek voor studenten, Herinneringen en Mededeelingen van eenen Landschapsschilder, uit te geven, waarin hij de opvatting verwoordde dat een kunstenaar vooral trouw moet blijven aan de natuur door minutieus te observeren en rigoureus te tekenen. Dit baanbrekende werk kreeg de vorm van een ontspannen reis langs de Rijn en wees de lezer op verschillende kwaliteiten van de natuur en het landschap. In datzelfde jaar richtte Koekkoek, op verzoek van jonge kunstenaars die graag zijn collegegeld wilden ontvangen, zijn eigen tekenacademie (Zeichen Collegium) op en in zijn voetsporen trokken veel kunstenaars naar de voormalige hertogelijke residentie om les te krijgen van de grootmeester van de academie, waaronder Frederik Marinus Kruseman, Lodewijk Johannes Kleijn, en Johann Bernard Klombeck. Nauwgezet volgens de principes van hun meester, zoals die in zijn geschriften en schilderijen tot uitdrukking komen, hebben deze kunstenaars samen de school van de landschapsschilderkunst 'Cleves Romanticism' doen ontstaan, waarin realisme en een doordringende geïdealiseerde sfeer samengaan. Hij raadde zijn leerlingen aan om de natuur van dichtbij te bestuderen, om de kwaliteiten van het licht bij zonsondergang en zonsondergang en de ontwikkeling van de stormen te observeren. Ook begeleidde hij zijn studenten bij het examen van Nederlandse zeventiende-eeuwse meesters. In de jaren 1840-50 zag Koekkoek zich op het hoogtepunt van zijn genialiteit. In november 1859 kreeg Koekkoek een zware beroerte, die een effectief einde maakte aan zijn carrière als schilder.
Hij stierf op 5 april 1862 in zijn geliefde stad Kleef.

 

0 Gerelateerde kunstwerken te koop

All artworks