Over de kunstenaar

Léon Hatot (1883 – 1953) was een gedreven ondernemer: inventief, innovatief en vooral vooruitstrevend. Een kind van zijn tijd eigenlijk, die gefascineerd was door het toepassen van de nieuwste materialen en technieken.

Ondernemer én goudsmid Léon Hatot bezocht van 1895 tot 1898 de École d’horlogerie in Besançon en daarna de École des Beaux Arts, eveneens in Besançon. Op zeer jonge leeftijd vestigde hij zich in Besançon in 1905 als zelfstandig ondernemer en specialiseerde zich in het graveren van uurwerkbehuizingen.

Al snel richtte hij eveneens in Parijs een werkplaats voor klokkenmakers- en juwelierskunst op. Hier vervaardigde hij, bijgestaan door een groot aantal ambachtslieden, klokken van hoge kwaliteit, waarbij hij gebruik maakte van bijzondere edelmetalen. Hatot was in die tijd een van de weinigen die zowel horloges als sieraden vervaardigde. Hij leverde die aan de belangrijkste handelshuizen in Rue de la Paix in Parijs.

Nieuwsgierig en met de blik op de toekomst gericht raakt Hatot al gauw geïnteresseerd in de toepassing van elektriciteit in uurwerken. Dit resulteert in 1920 in de oprichting van een afdeling die zich met het onderzoek naar en de ontwikkeling van batterij-aangedreven uurwerken moet gaan bezighouden. Sinds 1923 worden de elektrische klokken van Hatot onder de merknaam ATO verkocht vanuit de vestigingen in Parijs en Besançon.

Vanaf het moment dat deze uurwerken op de markt verschenen, waren ze een doorslaand succes. Tijdens de ‘Exposition international des arts décoratifs’ wordt Hatot een ‘Grand Prix’ voor zijn hele programma elektrische klokken toegekend. Kenmerkend voor zijn modellen was dat die waren vervat in kasten van marmer, verchroomd metaal, verfijnde houtsoorten of bewerkt glas afkomstig uit de beroemde fabrieken van Lalique.

Vanwege de decoratieve vormgeving van deze uurwerken weet Hatot in de klokkenwereld een naam te vestigen als ‘meester van de Art Décoperiode’. Ook zijn bijdrage in de wetenschappelijke wereld is groot. Dankzij zijn creatieve en visionaire geest en zijn talrijke uitvindingen weet Hatot tot en met het tweede kwart van de twintigste eeuw de ontwikkelingen op klokkengebied op een hoger plan te brengen. Frankrijk beloont hem hiervoor met de hoogste nationale onderscheiding, de ‘Légion d’Honneur’.

In 1931 presenteerde Léon Hatot tijdens de Colonial Exhibition in Parijs een serie compacte elektrische klokken die het begin markeerden van een nieuwe generatie decoratieve uurwerken. Hij brak daarbij volledig met de gangbare traditie waarbij de kasten als decoratie dienden en maakte van het uurwerk zelf de blikvanger. Zo werd Hatot trendsetter voor een nieuwe modieuze stroming.

All artworks